Hengstdijk

De cholera

Wat in Hengstdijk vooraf ging

Al in de eerste helft van 1866 bereiken de berichten over de Cholera Hengstdijk. Op 28 april 1866 gaat er vanuit de Provincie Zeeland een circulaire uit genummerd 56 met als titel “MEDISCHE POLITIE”. Deze circulaire handelt over “maatregelen ter keering of beteugeling der cholera-epidemie”. De belangrijkste maatregelen die de provincie van de gemeenten verwacht zijn de volgende:

  • Bij het eerste geval van cholera en het “veelvuldig voorkomen van diarrhoeën” dit direct bekend maken bij diegenen die over de gezondheidsbelangen van de gemeente waken.
  • “Is het eerste geval ter kennis gekomen van het gemeentebestuur, dan is het verder van gewigt dat alles worde gedaan wat het overbrengen der ziekte beletten kan.” “Afzondring van de lijder is daartoe het beste middel. Het beste middel daartoe is het plaatsen van den lijder en een afzonderlijk behoorlijk daarvoor ingerigt lokaal”
  • Aandacht voor de voorwerpen waarmee de cholera lijders mee in aanraking zijn geweest: ”Het door deze bedoezeld linnengoed worde onmiddellijk in een emmer water met bleekwater gemengd geplaatst om daarna gewasschen te worden.”
  • Zuiver water door het verzamelen van regenwater of aanvoeren van een andere gemeente.
  • “Ook de lijken van aan cholera overledenen vereischende naauwlettende zorg van de gemeentebesturen” Bestrooien met chloorkalk en bespoedigd begraven op afzonderlijke plaatsen zonder dat er veel mensen bij zijn.
  • Voorkomen van ophopingen van mensen op één plaats bijvoorbeeld bij het houden van kermissen en jaarmarkten.
  • Voldoende geneeskundige hulp op verschillende plaatsen in de gemeente. Ook valt hieronder beschikbaarstelling van gemeente apotheken.
  • Ten slotte roept men op om “cholera-commissiën”in te stellen. Deze commissies moeten vooraf worden samengesteld, op hun verzoek goed opgeleid worden en in werking treden als de ziekte zich in de gemeente heeft geopenbaard. Hun taak is om woningen in buurten waar de ziekte heerst woningen te bezoeken en goede raad te geven.

Een eerste reactie uit Hengstdijk

In een brief van 14 mei 1866 reageert de Burgemeester met een brief aan de Commissaris van de Koning in Middelburg. Uit deze brief kun je opmaken dat de urgentie nog niet echt tot Hengstdijk was doorgedrongen. Lees mee in deze brief:
”Naar aanleiding van het Prov Blad N 56 van dit jaar, hebben we de eer UEG bij deze te brigten dat den Gemeenteraad alhier besloten heeft vooralsnog geen maatregelen tot wering of beteugeling der Cholera te kunnen nemen, maar bij zoo vange onverhoopt voorvallen onmiddellijk zal overgaan om datgene te verrigte wat deswege voor hen gedaan kan worden.

Burg & Weth Hengstdijk”

Periode tot de uitbraak van de epidemie

Na de brief van de gemeente aan de Commissaris des Konings blijft het even rustig. Pas op 28 juli, ontvangen op 1 augustus komt er een antwoord uit Middelburg. In eerste instantie heeft hij kunnen berusten in het antwoord van 14 mei. Hij vervolgt: “Thans echter, nu de gevreesde ziekte zich ook in de onmiddellijke nabijheid der grenzen gelegen Belgische gemeente vertoond, meen ik dat er alle reden bestaat, tot het beramen en in werk stellen van de maatregelen welke in mijne circulaire van 28 april (..) worden aanbevolen.” De commissaris verwacht voor 8 augustus een bericht.

Op 4 augustus gaat het antwoord de deur uit. In een brief aan de Commissaris des Konings wordt aangegeven dat “de kermis Jaarlijks gehouden op de Zaterdag vallende voor de laatste Zondag van Augustus wordt geschorst.” Verder meldt men in deze brief dat aan dit besluit “de noodige openbaarheid is gegeven”.

Per kerende post komt op 9 augustus het antwoord. Na de constatering dat de kermis op het eind van de maand geschorst is, wordt de toon van de correspondentie onvriendelijker. “Daar ik me niet kan voorstellen dat deze schorsing de enige maatregel is, die in uwe gemeente ten gevolge der aanbeveling voorkomende in mijne circulaire van 28 april (..) zou zijn genomen , zal ik met enigen spoed van U daaromtrent enig nader berigt van U tegemoet zien.

Op 29 september 1866 bevestigt een brief van de Geneeskundige A. Geill uit Boschkapelle dat “de cholera de persoon van Jan Perdaans in uwe gemeente woonachtig, heeft aangetast.” In de gemeente Hengstdijk is cholera een feit.



Circulatie Medische politie, 28 april 1866.