Terminator vs stadsmussen: 1-0

Soms denk je; het moest zo zijn. Dit is de plek waar ik wortel kan schieten, en dat gevoel had ik meteen in het witte huisje aan de Sint-Josephstraat. Nu, de u ongetwijfeld bekende Arie introduceerde zichzelf niet voor niets als een beetje ‘botanicus’. Elke stok die hij hier in de grond stak, werd een curieuze boom. Dus geen wonder dat we hier snel konden ‘aarden’ zoals dat heet. Twee jaar na die eerste verwondering vechten we nog steeds tegen het door Arie aangelegde oerwoud. De zachte aanpak van de eerste zomer, maakte plaats voor de brute kracht. Meter na meter winnen we plek voor onszelf. Stenen, worteldoek, zand en graszoden aanzeulen, je blijft bezig.
Af en toe na wat plaatjes op facebook kwamen genadig hulptroepen ons versterken. Teveel stadsjongens om een boom klein te krijgen, teveel ego om dat toe te geven. Achtereenvolgens werden bijlen en zagen in verschillende formaten bovengehaald om de misplaatste stronk klein te krijgen. Ons uitlachende eega’s maakten lustig filmpjes van onze nederlaag. En dan moest het ergste nog komen: buurman Jos! Breedlachend keek hij eerst tergend langzaam toe hoe we ons houthakkend belachelijk maakten. Wat later kwam hij terug als Terminator: helm en bril op, kettingzaag in de aanslag. In geen tijd en onder bewonderende blikken, maakte Jos de koppige stronk letterlijk een kopje kleiner tot hij verzonken was onder graszoden-niveau. Vreugde en blijdschap in een wolk van benzinegeur. Een beetje zoals op het eind van een Asterix-stripboek vierden we onze, nu ja, overwinning op de natuur tot diep in de nacht. Het resultaat mag er zijn, gras en ruimte en plaats om te groeien voor de mooie treurwilg en notenboom. Bedankt Jos! Af en toe stoppen er wandelaars en gluren wat gniffelend in de bizarre tuin die Arie jaren verdoken hield als een goed bewaarde schatkist. En dat is het ook. Ondanks de groene chaos vallen de noten, appels, peren, pruimen, bessen, druiven en zelfs steenharde kiwi’s ons in de schoot. Na het terras en een stuk tuin gaan we volgend jaar voor de verovering van het oerwoud rond Arie’s meest bizarre garage van Zeeland. Jos, hou je klaar!