Burgervaders

een verhaal van Edy Compiet

Op de website van Hengstdijk vind je de foto van zijn inhuldiging als burgemeester van Hengstdijk in 1918, genomen aan de Veirkensmart.
Hij was de laatste burgemeester van Hengstdijk, tot 1936, want toen werd de gemeente Hengstdijk samengevoegd met Ossenisse, Stoppeldijk en Boschkapelle. Vanaf 1934 tot 1936 was hij tevens burgemeester van Ossenisse. Hij was geboortig van de Rummersdijkpolder aan de rand van de gemeente. Van de raadsleden uit die tijd weet ik niet veel al heeft iemand mij ooit verteld dat mijn oom René Compiet in de gemeenteraad moet hebben gezeten.
Eén naam, Guust Asselman, heb ik van horen zeggen omdat sommige raadsleden uit mijn eigen tijd beticht werden van hetzelfde gedrag als Guust. Hij moet een trouwe bondgenoot zijn geweest van de burgemeester en omdat hij van de kerk land pachtte, ook van de pastoor en het kerkbestuur veronderstel ik. Tijdens de vergaderingen van de gemeenteraad zou burgemeester Leo in voorkomende gevallen aan Guust zijn mening hebben gevraagd. “Wat denkte gij er van, meneer Asselman?” “Ah ja, burgemeester, ik heb al geknikt”, luidde dan steevast het antwoord van Guust.

Klik hier voor de foto rechts in het groot met namen

Maar nog heel wat mensen zullen zich onze burgervader herinneren van uit onze mooie H. Catharina kerk. In de jaren 1950, als de processie door de zijgangen en door het midden van de kerk trok, liep hij met opgeheven hoofd en gezangenboek in de hand, mee langs de afgeladen volle kerkbanken. De misdienaars gingen voorop, de eerste met het zware kruis op een houten stok, een tweede met een kaarsenstandaard en brandende paaskaars en een derde met een koperen emmer wijwater.
Een pinnige pastoor Bongenaar snokte regelmatig de laatste misdienaar- waterdrager in de rij aan de schouder om hem halt te doen houden. Want om de paar stappen doopte hij een versleten zwartharige kwast in de emmer en zwierde hij de dichtst bij het gangpad zittende gelovigen gezegend nat. Vidi Aquam, klonk het toen in de paastijd, wat zo iets betekent als: ik zag het water vloeien. Maar volgens mij als brave misdienaar, voor mij regende het veel eerder.
De zware stem van landbouwer en oud-burgemeester van Esbroeck vulde galmend de hele kerk vol klanken, althans zo herinner ik mij dat en vooral bij de litanie van alle heiligen leek het refrein dat hij samen met de hele kerk zong, op een aanzwellende orkaan. Ora pro nobis, bid voor ons, tientallen keren na elkaar met telkens de naam van een heilige of wie daar voor doorging, daaraan voorafgegaan.

Mijn oren tuiten nog als ik er aan terugdenk. Sancta Agatha, ora pro nobis, Santa Lucia, Santa Barbara, Santa Catharina, ora pro nobis. En al deze namen hoorden bij de afdeling heilige maagden en weduwen. Maar de mooiste klanken waren te horen bij Santa Maria Magdalena, ora pro nobis. In mijn tijd als misdienaar had ik hier of daar gehoord dat zij een gevallen vrouw was en ik vroeg me toen af of zij haar niet te veel zeer had gedaan. Maar in ieder geval, het leek wel of de tot inkeer gekomen stoute vrouw nog leefde, zo hartstochtelijk klonk het door alle gelovigen meegezongen ora pro nobis. Van de mannen in de kerk zullen er bij het horen van haar naam trouwens niet veel aan heilige maagden gedacht hebben.